Oorsprong en ontwikkeling van de kroonluchter.
De oudste kaarsenkroonluchters werden gebruikt door rijke lieden in de middeleeuwen.
Ze hadden meestal de vorm van een houten kruis met spijkers waarop kaarsen konden worden bevestigd.
Het geheel hing aan een touw of ketting aan een haak aan het plafond.
Vanaf de 15e eeuw werden ring- of kroonvormige ontwerpen populair.
Aangezien verlichting duur was, waren kroonluchters een statussymbool.
In het begin van de 18e eeuw ontstonden gegoten vormen van verguld brons met lange, gebogen armen,
die in talrijke huizen van kooplieden te vinden waren.
Ontwikkelingen in de glasfabricage in de 18e eeuw maakten het bovendien mogelijk goedkoper kristal te produceren,
dat vanwege zijn hoge brekingsindex en licht weerkaatsende eigenschappen,
spoedig ook in kroonluchters werd toegepast.
In de 19e eeuw deden kroonluchters met gasverlichting hun intrede en
werden veel kroonluchters met kaarsen omgebouwd en geschikt gemaakt voor gaslicht.
Rond 1890 verschenen vervolgens de eerste kroonluchters die werkten op elektriciteit.
Ze hadden meestal de vorm van een houten kruis met spijkers waarop kaarsen konden worden bevestigd.
Het geheel hing aan een touw of ketting aan een haak aan het plafond.
Vanaf de 15e eeuw werden ring- of kroonvormige ontwerpen populair.
Aangezien verlichting duur was, waren kroonluchters een statussymbool.
In het begin van de 18e eeuw ontstonden gegoten vormen van verguld brons met lange, gebogen armen,
die in talrijke huizen van kooplieden te vinden waren.
Ontwikkelingen in de glasfabricage in de 18e eeuw maakten het bovendien mogelijk goedkoper kristal te produceren,
dat vanwege zijn hoge brekingsindex en licht weerkaatsende eigenschappen,
spoedig ook in kroonluchters werd toegepast.
In de 19e eeuw deden kroonluchters met gasverlichting hun intrede en
werden veel kroonluchters met kaarsen omgebouwd en geschikt gemaakt voor gaslicht.
Rond 1890 verschenen vervolgens de eerste kroonluchters die werkten op elektriciteit.